Het college wil de regels voor het volledig omzetten van woningen naar verhuur per kamer aanscherpen.
Wethouder Han ter Maat van de Stadspartij: “Sinds een paar jaar is het mogelijk en ook nodig dat particuliere eigenaren van woningen vergunningen moeten aanvragen om kamers in woningen te verhuren aan bijvoorbeeld studenten. Belangrijk bij het besluit om daarvoor al of niet een vergunning te verlenen is dat er een balans is tussen aantal inwoners en kamerbewoners in de straat. En ook dat er geen overlast of leefbaarheidsproblemen ontstaan tussen de verschillende bewoners uit die straat of wijk. We zien nu dat er in een aantal straten het woongenot van een aantal bewoners is of dreigt te worden aangetast als gevolg van kamerverhuur. Dat willen wij met aanscherping van de beleidsregels voorkomen. Daarbij speelt ook dat door de grote stijging van het aantal studenten bij de WUR de kans ook toeneemt dat zg. “huisjesmelkers” zich in wijken gaan vestigen en daarmee de leefbaarheid onder druk zetten”.
Een andere wijziging is dat per straat maximaal 5% van de woningen een vergunning mag hebben om een woning volledig te verhuren aan bijvoorbeeld studenten. Dit is nu 15%.
Voor eigenaren van kamerverhuurpanden is het dus van groot belang om een vergunning te hebben voor het verhuren van kamers. Als het maximum in een straat is bereikt dan worden geen vergunningen meer verleend. Het gaat in dit geval om “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”-principe.